Wintertijd – SterHemel app MijnHemel – Hemel vannacht – Weer – Meer vragen over kosmologie – FAQ – Astrokalender – Hemelkaart – Maanfasekalender
Is het mogelijk jezelf in de rug te kijken als we naar de sterren kijken? Kan licht zodanig gebogen worden dat je jezelf in de rug ziet? Is het heelal in werkelijkheid om die reden minder groot dan het aantal sterren laat vermoeden (omdat je dezelfde sterren steeds weer ziet)? In principe is dit mogelijk. De Algemene Relativiteitstheorie zegt dat zwaartekracht de ruimte kromt, en dat een lichtstraal, die rechtdoor beweegt in de gekromde ruimte, dus een gekromde baan aflegt. Met name bij zwarte gaten is het in theorie mogelijk dat een lichtstraal een rondje om het zwarte gat maakt voordat het je oog bereikt, en dus zou je jezelf kunnen zien (maar dan van voren). Het zou kunnen dat het heelal in zichzelf gekromd is zodat een lichtstraal van je rug een 'rondje heelal' zou kunnen maken en uiteindelijk van voren in je oog terechtkomt. Je zou jezelf dan in de rug kijken. Dit is vergelijkbaar met wanneer je op een bergtop staat en een kanonskogel met voldoende snelheid afschiet. Die kogel kan dan in een cirkelbaan om de Aarde terechtkomen en je zou jezelf in de rug schieten. Dit duurt overigens een kleine 85 minuten en werkt alleen zonder luchtweerstand. Bij het heelal treedt een groot probleem op: het heelal is verschrikkelijk groot. Van dat enorme heelal kunnen we slechts een fractie zien. Dit wordt het zichtbare heelal genoemd, en de rand ervan wordt bepaald door de leeftijd van het heelal (zie Hoe groot is het heelal?). Zelfs als dat zichtbare heelal alles zou zijn, zou een lichtstraal zo'n 27 miljard jaar nodig hebben om het rondje te maken. Het heelal is echter pas ongeveer 13,6 miljard jaar oud, zodat het onmogelijk is dat de lichtstraal dit rondje af zou leggen. In werkelijkheid is het totale heelal dus verschrikkelijk veel groter dan het gedeelte dat we kunnen waarnemen. Vage schattingen hebben het over een factor 1010100, dat is een 1 met 10000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000 nullen, en als ik dat getal zou moeten uitschrijven ben ik langer bezig dan het heelal oud is, vandaar dat ik het zo 'afkort'. Een lichtstraal zou dus alleen rond kunnen reizen als het heelal voldoende oud is, ongeveer oneindig maal ouder dan nu. Het zou er dan ongeveer oneindig lang over doen en als de lichtstraal na die tweemaal oneindig dan eindelijk aankomt, dan is hij oneindig zwak en dus niet waarneembaar. In de praktijk is dit dus niet mogelijk. We zien dus slechts een fractie van alle sterren in het heelal en we zien iedere ster dus slechts een keer (er zijn een paar uitzonderingen, de zogenaamde gravitatielenzen, waarbij licht van een ververwijderd sterrenstelsel door een nabijgelegen sterrenstelsel wordt afgebogen, waardoor het licht ons via meerdere wegen bereikt en we dus meerdere beelden van het ververwijderde stelsel zien). Er zijn dus niet minder, maar veel meer sterren in het heelal dan we op grond van directe waarnemingen zouden denken. Zie ook: Hoe groot is het heelal? Hoe kunnen wij een ververwijderd sterrenstelsel zien? Vannacht aan de hemel: Maan, planeten en deepsky-objecten Deepsky-objecten
|
Wintertijd – SterHemel app MijnHemel – Hemel vannacht – Weer – Meer vragen over kosmologie – FAQ – Astrokalender – Hemelkaart – Maanfasekalender