Wintertijd – SterHemel app MijnHemel – Hemel vannacht – Weer – Meer vragen over kosmologie – FAQ – Astrokalender – Hemelkaart – Maanfasekalender
Hoe ver strekt het universum zich uit? Is het oneindig groot? Is het te verklaren dat het nergens ophoudt? Men denkt dat het heelal verschrikkelijk groot is, maar niet helemaal oneindig. Wel is het heelal zo verschrikkelijk onvoorstelbaar groot, dat het verschil met oneindig maar heel klein is en meer een formeel verschil. In de praktijk kun je het totale heelal gerust als oneindig beschouwen. Van het totale heelal zien we echter maar een klein gedeelte, het zogenaamde waarneembare heelal. De oorzaak hiervan is dat het heelal een eindige leeftijd heeft (en dus niet oneindig oud is). De beste schattingen voor de leeftijd van het heelal zijn op dit moment zo rond de 13,8 miljard jaar, dus 13.800.000.000 jaar. Het gevolg van deze eindige leeftijd is dat licht, dat met de hoogst mogelijke snelheid door het heelal beweegt, maar een beperkte afstand heeft kunnen afleggen. In de tijd sinds het ontstaan van het heelal heeft het licht 13,8 miljard lichtjaar kunnen afleggen. Een lichtjaar is de afstand die een lichtstraal in een jaar aflegt, ongeveer 10 biljoen km (10.000.000.000.000 km). Een lichtjaar is dus een maat voor afstand, niet voor tijd, en is in het leven geroepen om de onvoorstelbaar grote afstanden in het heelal weer te geven. Het feit dat het licht niet verder heeft kunnen reizen, betekent dat de verst gelegen sterrenstelsels die we nu kunnen zien, niet verder weg zouden kunnen staan dan 13,8 miljard lichtjaar. Hierbij hebben we echter geen rekening gehouden met het feit dat het heelal enorm is uitgezet sinds het licht werd uitgezonden, waardoor de huidige afstanden van deze sterrenstelsels ruim 46 miljard lichtjaar is (al zijn de waargenomen omvang en helderheid van het stelsel alsof het op 13,8 miljard lichtjaar zou staan — we kunnen immers aan de lichtstraal niet zien dat het heelal is uitgedijd nadat deze is langsgekomen). Er bestaan ook sterrenstelsels die, zeg, 50 miljard lichtjaar ver weg staan, maar hun licht heeft nog geen tijd gehad ons te bereiken. Het licht van die sterrenstelsels is dus nog onderweg en we kunnen ze niet zien. Als we 4 miljard jaar zouden wachten, zouden deze sterrenstelsels ook zichtbaar worden. De grens van het waarneembare heelal ligt dan dus op 50 miljard lichtjaar (een beetje meer, doordat het heelal intussen nog uitdijt). Die grens van 46 miljard lichtjaar om ons heen is dus de grens van het zichtbare heelal (niet de grens van het hele heelal). Daarbuiten strekt de rest van het heelal zich mogelijk bijna oneindig ver uit. Hoewel we dat deel van het heelal niet kunnen waarnemen, is het redelijk om aan te nemen dat het er ongeveer zo uitziet als in het deel dat we wel kunnen zien. Als we kijken hoe het zichtbare heelal er op grote afstand uitziet in twee tegenovergestelde richtingen, dan lijkt dat immers sterk op elkaar, ondanks het feit dat ze (inmiddels) ongeveer 92 miljard lichtjaar uit elkaar liggen. Zie ook: Hoe kunnen wij een ververwijderd sterrenstelsel zien? Kun je jezelf in de rug kijken? Vannacht aan de hemel: Maan, planeten en deepsky-objecten Deepsky-objecten
|
Wintertijd – SterHemel app MijnHemel – Hemel vannacht – Weer – Meer vragen over kosmologie – FAQ – Astrokalender – Hemelkaart – Maanfasekalender