Informatie over sterrenkunde   –   Astrokalender   –   Hemelkaart   –   Opkomst en ondergang   –   Zon en Maan   –   Maanfasekalender   –   Deepsky   –   Sterrenbeelden     Facebook Twitter

Logo hemel.waarnemen.com

Kleur-magnitude-diagram voor nabije sterren



Figuur 1 toont een kleur-magnitude-diagram waarin de 'kleur' B-V en visuele magnitude V van 20546 nabije sterren is uitgezet. De metingen hiervoor zijn gedaan met behulp van de europese Hipparcos satelliet. Van de getoonde sterren is de onzekerheid in de afstand 10% of minder, en in de kleur minder dan 0,1m. Van rechtsonder naar linksboven loopt de hoofdreeks (MS). Dit zijn sterren die hun energie produceren door waterstoffusie in de kern. De reuzentak is aangegeven met GB. Hierop bevinden zich zowel rode reuzen als AGB-sterren. De eerste hebben een heliumkern en een waterstoffusieschil, de tweede een koolstof-zuurstofkern met daaromheen een schil waarin heliumfusie plaatsvindt en een schil waarin waterstoffusie plaatsvindt. HB is de horizontale tak, met sterren die helium verbranden in hun kern. De sterren op de HB zitten dus qua evolutie tussen de rode reuzentak en de AGB. WDs zijn witte dwergen, de eindproducten van sterren met een initiele massa van minder dan circa 10Mo.

De lijnen zijn evolutiesporen van stermodellen voor 0,5, 1,0, 2,5, 5 en 10Mo. De evolutie begint steeds op de hoofdreeks, aangegeven door het ster-symbool. De gestreepte lijn toont het einde van de evolutie van de 1Mo ster, die na de AGB-fase eerst een centrale ster van een planetaire nevel wordt (het horizontale deel) en vervolgens een witte dwerg. De lichtkracht L en effectieve oppervlaktetemperatuur Teff geven een indicatie en gelden alleen voor de hoofdreeks. De modelsterren hebben geen (wind)massaverlies.

Figuur 1

Figuur 1: Een kleur-magnitude-diagram voor 20 546 nabije sterren, gemaakt met Hipparcosdata.




Figuur 2 toont een vergelijkbaar diagram als Figuur 1. Nu zijn echter sterren waarvan de afstand beter dan 20% en de kleur B-V beter dan 0.1m bekend is (de zwarte puntjes). De afstand (en dus V) is dus onzekerder dan in Figuur 1 en er zijn meer sterren weergegeven: 48495, en zijn ook helderder sterren opgenomen.

De blauwe lijnen zijn evolutiesporen van stermodellen als voorheen, plus die van 20, 40 en 80Mo. Bovendien zijn deze modelsterren onderhevig aan een standaard (Reimers en De Jager) sterrenwind.

Figuur 2

Figuur 2: Een kleur-magnitude-diagram voor 48 495 nabije sterren, gemaakt met Hipparcosdata.




Een andere toevoeging is die van een aantal heldere sterren aan de hemel, als de rode, genummerde stersymbooltjes. In de tabel hieronder is te zien om welke sterren het gaat. De tabel hieronder geeft het nummer in Figuur 2, de naam van de ster, de schijnbare visuele magnitude Mv, de absolute visuele magnitude V, de 'kleur' B-V en de afstand d in parsecs.
		      
   Nr             Naam      Mv       V     B-V   d(pc)
   
    1           Sirius   -1.44    1.45    0.01     2.6
    2          Canopus   -0.62   -5.53    0.16    95.9
    3         Arcturus   -0.05   -0.31    1.24    11.3
    4             Wega    0.03    0.58    0.00     7.8
    5          Capella    0.08   -0.48    0.80    12.9
    6            Rigel    0.18   -6.69   -0.03   237.0
    7          Procyon    0.40    2.68    0.43     3.5
    8       Betelgeuse    0.45   -5.14    1.50   131.1
    9           Altair    0.76    2.20    0.22     5.1
   10        Aldebaran    0.87   -0.63    1.54    20.0

   11            Spica    0.98   -3.55   -0.23    80.4
   12          Antares    1.06   -5.28    1.87   185.2
   13           Pollux    1.16    1.09    0.99    10.3
   14        Fomalhaut    1.17    1.74    0.14     7.7
   15            Deneb    1.25   -8.73    0.09   990.1
   16          Regulus    1.36   -0.52   -0.09    23.8
   17        Bellatrix    1.64   -2.72   -0.22    74.5
   18          Alnilam    1.69   -6.38   -0.18   411.5
   19          Polaris    1.97   -3.64    0.64   132.3

	      




Figuur 3 tenslotte toont dezelfde evolutiesporen als Figuur 2, dus sterren met een massa van 0,5, 1,0, 2,5, 5, 10, 20, 40, en 80Mo, met standaard massaverlies. Hier zijn de sporen afgebeeld in een in een Hertzsprung-Russeldiagram, waarin dus effectieve oppervlaktetemperatuur en lichtkracht tegen elkaar zijn uitgezet, in plaats van de kleur en magnitude.

De assen zijn logaritmisch, d.w.z. 0 betekent 100 = 1, 1: 101 = 10, 2: 102 = 100, etc. De gestippelde lijnen zijn lijnen van constante straal, als aangegeven in zonsstralen (Ro).

Figuur 3

Figuur 3: Een Hertzsprung-Russeldiagram met dezelfde evolutiesporen als het kleur-magnitudediagram van Figuur 2.



Informatie over sterrenkunde   –   Astrokalender   –   Hemelkaart   –   Opkomst en ondergang   –   Zon en Maan   –   Maanfasekalender   –   Deepsky   –   Sterrenbeelden     Facebook Twitter